Artikel: Betekenen aan een receptionist(e)?

Groot & Evers staat voor kennis en kwaliteit, om die reden bieden wij u met regelmaat een juridisch artikel aan. Deze maand een artikel van gerechtsdeurwaarder Bas Evers over de rechtsgeldigheid van een betekening aan een receptionist(e).

Bij veel bedrijven wordt de deurwaarder ontvangen door een vriendelijk ogende receptionist(e). Hij/zij is het eerste aanspreekpunt en fungeert als visitekaartje van de rechtspersoon bij wie hij/zij in dienst is. De receptionist(e) kan naar de juiste afdeling verwijzen of brengt de deurwaarder in contact met de juiste manager of persoon. Voor menig deurwaarder is het echter reuze handig als aan de receptionist(e) stukken betekend kunnen worden. Dit bespaart immers kostbare tijd. In het exploot wordt diens naam (en/of hoedanigheid) vermeld en klaar is Kees! Toch is dan de vraag of er zondermeer op rechtsgeldige wijze betekend is. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de soort rechtspersoon waarmee de deurwaarder van doen heeft en of er in persoon betekend moet worden om de verzettermijn te laten aanvangen.

BIJ EEN (GEWONE) PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSPERSOON:
Allereerst kan het een (gewone) privaatrechtelijke rechtspersoon betreffen. De vraag is dan of aan de rechtspersoon in persoon betekend is als de receptionist(e) het ambtelijk stuk in ontvangst neemt. Met name in verstekzaken is het belangrijk om dit vast te stellen, want na een betekening in persoon vangt de verzettermijn (van vier weken) aan (zie art. 143 lid 2 Rv). Onlangs heeft de rechter geoordeeld dat de kennisneming van het vonnis door een natuurlijk persoon, werkzaam bij de rechtspersoon op de vestigingslocatie, in het maatschappelijk verkeer heeft te gelden als een daad van de rechtspersoon zelf. Aan de zijde van de schuldenaar mag een zodanige bekendheid worden verondersteld dat de schuldenaar vanaf het betekeningsmoment daadwerkelijk in staat is het nodige te doen om tijdig van het vonnis in verzet te komen. Het verweer aan de kant van de rechtspersoon dat slechts een betekening aan een bestuurder van die rechtspersoon ex art. 50 Rv als een betekening in persoon heeft te gelden, werd niet gehonoreerd (zie rechtbank Noord-Holland, 18 juli 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:5738).

BIJ EEN PUBLIEKRECHTELIJKE PERSOON:
Voor een publiekrechtelijke persoon, bijvoorbeeld een gemeente, ligt dit anders. Een betekening gebeurt ter plaatse waar het bestuur zitting of kantoor houdt, of aan de persoon of de woonplaats van het hoofd van dat bestuur (zie art. 49 Rv). Er is pas sprake van een betekening in persoon als een afschrift van het exploot wordt gelaten aan een bestuurder of aan een persoon die daartoe is aangewezen (zie art. 49 Rv). Voor het betekenen van stukken aan de Staat geldt een speciale regeling. Het gebeurt aan het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Ook hier geldt dat er pas sprake is van een betekening in persoon als die betekening plaatsvindt aan een persoon ten parkette die daartoe is aangewezen (zie art. 48 Rv).

Vooral het niet (kunnen) betekenen aan een aangewezen persoon, levert soms problemen op. De verzettermijn is dan niet aangevangen.

BIJ DE (PUBLIEKRECHTELIJKE PERSOON) BELASTINGDIENST:
Het betekenen aan de Ontvanger van de Belastingdienst leverde interessante jurisprudentie op over het wel of niet aanvangen van de verzettermijn. Als Ontvanger wordt aangemerkt de functionaris die als zodanig bij ministeriële regeling is aangewezen (art. 2 lid 1, aanhef en onder i Iw 1990, alsook art. 5 lid 5 Iw 1990). De desbetreffende regeling is de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 (Staatscourant 2002, 247). In die regeling worden voor de onderscheiden belastingen bepaalde functionarissen als Ontvanger aangewezen (en als diens waarnemers). Die functionarissen zijn steeds natuurlijke personen in een bepaalde hoedanigheid. Zo is bijvoorbeeld de directeur van de Belastingdienst/Centrale Administratie de als Ontvanger aangewezen functionaris. De Ontvanger is een in functionele hoedanigheid aangewezen natuurlijke persoon aan wie geen exploten ex art. 49 Rv (betekening aan een publiekrechtelijke rechtspersoon) worden betekend. Laatstgenoemde bepaling leent zich niet voor toepassing bij analogie. De Ontvanger voert rechtsgedingen voortvloeiende uit de uitoefening van zijn taak in zijn eigen hoedanigheid (zie art. 3 lid 2 Iw 1990). De Ontvanger treedt derhalve op als formele procespartij. De Ontvanger kan niet worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in art. 2:1 BW. De Ontvanger dient te worden onderscheiden van de Staat, en exploten aan de Ontvanger kunnen dus niet op de in art. 48 Rv voorgeschreven wijze (betekening aan de Staat) worden betekend (vgl. HR 31 januari 2003, HR:2003:AF3638, NJ 2003/213). De Ontvanger maakt geen deel uit van een andere publiekrechtelijke rechtspersoon. Voor een betekening ‘in persoon’ bij de belastdienst dienen de stukken dan ook aan de aangewezen functionaris betekend te worden om zo de verzettermijn aan te laten vangen. De Hoge Raad kwam tot deze beslissing op 12 augustus 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1929).

Kortom, stap als deurwaarder niet zomaar op elke receptionist(e) af. Bedenk dat sommigen inderdaad niet bevoegd zijn om stukken aan te nemen.

Voor meer informatie aangaande dit artikel kunt u contact opnemen met een van onze medewerkers. Zie hiervoor onze rechtstreekse contactgegevens.